Bij startproblemen is het eerste wat getest moet worden de ontsteking.
Als de ontsteking in orde is dan is de volgende verdachte de carburateur.
De eerste test is het verwijderen van de bougie uit de cilinder en deze tegen blank metaal te houden.
Terwijl het startkoord uitgetrokken wordt moet er dan een vonk zichtbaar zijn.
Deze vonk is vaak erg zwak en bij daglicht haast niet te zien.
Het gaat beter met een bougie zonder ingebouwde weerstand of alleen de kap in de buurt van het metaal houden.
Als alleen de kap gebruikt wordt moeten vonken van 10-15 mm. ontstaan.
De tweede test is het doormeten van de ontstekingsspoel met een Ohm-meter.
1 = Electronische module (CDI)
2 = Ontstekings spoel
3 = Carburateur
De E-start spoel heeft nog een extra aansluiting voor het laden van de accu.
Er zijn twee types spoel die verschillend doormeten.
MOTOPLAT Zwarte spoel met rode CDI | PRUFREX blauw/grijs/rood spoel met blauwe of zwarte CDI |
a = geel | a = zwart |
b = blauw | b = rood |
c = rood | c = blauw |
Als de rode en blauwe draad verwisseld zijn is er geen vonk maar de spoel of CDI zal niet kapot gaan.
De aansluitingen zijn aangegeven bovenop de CDI
Meetwaarden voor MOTOPLAT
draad b naar metalen kern = 100-150 Ohm
bougiekap naar metalen kern = 2750 Ohm
Meetwaarden voor PRUFREX
draad b naar draad c = 800-1000 Ohm
draad b naar draad a = 800-1000 Ohm
bougiekap naar draad a = 2750 Ohm
De derde en laatste test als er geen vonk is is het uitwisselen van onderdelen met een werkende motor.